"In 1960 organiseerde het Stedelijk Museum de expositie De Kamer van IK. Daarbij werd geprotesteerd tegen de terreur van de smaakpausen die tot in detail voorschreven welke vitrage de brave flatbewoner moest ophangen om niet voor achterlijk te worden versleten. Op De Kamer van IK ging de bevrijdingsgeest van de jaren zestig - 'we maken zelf wel uit wat we mooi vinden' - hand in hand met de steeds belangrijker positie van de commercie. De markt bekommert zich niet om volksverheffing, zij levert slechts wat de consument vraagt. Niet voor niets werd de tentoonstelling gesponsord - toen al - door behangfabrikant Rath en Doodeheefer. DE GOEDE Smaak, opgelegd door een elite, is sinds de jaren zestig verdwenen." [Peter Giesen in de Volkskrant 14 okt. 1999, zie dig. referentie]