De grootvader van Hendrik Adrianis kwam uit Bali, zijn grootmoeder uit Makassar. Een hoge ambtenaar van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) nam hen in 1741 mee naar Den Haag, waar ze werden gedoopt en trouwden. Hun kleinzoon Hendrik Adrianis werd vanaf 1778 ondersteund door Wilhelmina van Pruisen, de echtgenote van stadhouder Willem V. Zij betaalde zijn kostschool en stelde hem aan in de hofhouding van haar kinderen. Adrianis had een kamer in paleis Noordeinde en bediende ‘s middags en ‘s avonds aan tafel. Ook deed hij schrijfwerk. Zijn aanstelling eindigde in 1795, toen de Oranjes vanwege de Franse inval naar Engeland vluchtten. Na hun terugkeer in 1814 ontving hij een pensioen. ( Tom van der Molen)