gehalteteken onderzijde bodem: Hollandse leeuw
jaarletter onderzijde bodem: K: jaarletter K
: jaarletter K = 1769
meesterteken? onderzijde bodem: FM: meesterteken met letters F M in rechthoek
: bron: Voet 1912, nr 517; Citroen 1975, nr 226; De Lorm 2001, pag. 518/meesterteken FM toegeschreven aan Frederik Manicus I (ca. 1738 [ca. 1763]- 1785)
herkeuringsteken hengsel: L: herkeuringsteken met letter L
: herkeuringsteken L = Amsterdam 1795
stadskeur onderzijde bodem: stadskeur Amsterdam
: stadswapen
gehalteteken onderzijde bodem: 800/000
: periode 1812-1813
niet-geïdentificeerd teken hengsel
legaat 1895-01-30
inv.nr. KA 5483 in depot
Ovale mand met vlakke bodem, gevat in uitstaande voetrand, opengewerkt met alternerend stijlen en ovalen tussen geprofileerde randen. Spreidende wand, vloeiend overgaand in gecontourneerde bovenrand, opengewerkt met verticale stijlen waartussen een motief van gestrikte linten, de buiten- en binnenzijde gegraveerd. Beweegbaar hengsel, opengewerkt met alternerend stijlen en gestrikte linten tussen geprofileerde randen.
Origin
Verzameling A. Willet, Amsterdam; legaat van mevrouw S.L.G. Willet-Holthuysen, Amsterdam, 1895
Dit voorwerp is een zeer vroeg Amsterdams voorbeeld van zowel het type hengselmand als de uitvoering in neo-classicistische stijl. In Engeland werden dergelijke modellen al omstreeks het midden van de achttiende eeuw geproduceerd. De mand van Fredrik Manicus I toont in opbouw en decoratie verwantschap met een exemplaar van Edward Aldridge en John Stamper uit 1752 (Christie's 1996, p. 14 nr. 607). In 1770 maakte Manicus een hengselmandje dat een verkleinde versie lijkt van de grote mand in het Amsterdams Historisch Museum (Kunstagenda 2000, z.p., kunsthandel Joseph M. Morpurgo). (afb. Xa) Ajourgezaagde vlechtwerkmotieven van al of niet gestrikte linten werden enige tijd later veelvuldig door andere Amsterdamse zilversmeden toegepast (cat.nr. KA 17676).
In Amsterdam zijn in de achttiende eeuw weinig hengselmanden vervaardigd. Pas in het eerste kwart van de negentiende eeuw wonnen ze hier aan populariteit (cat.nr. KA 18306) (De Lorm 2001~2, p. 238 nr. 164, p. 239 nr. 165; p. 256 nr. 185). Zie: Inleiding Vreeken, p. X. ( Bert Vreeken)