toetssteek onderzijde voet
stadskeur onderzijde voet: Amsterdam
: stadswapen
gehalteteken onderzijde voet: Hollandse leeuw
jaarletter onderzijde voet: Z: jaarletter Z
: jaarletter Z =1734
meesterteken? onderzijde voet: meesterteken Fortuna in ovaal
: bron: Citroen 1975, nr 963; De Lorm 1999, pp. 512-513/meesterteken Fortuna toegeschreven aan Pieter de Keen (ca. 1659 [ca.1682] -voor 1742)
opschrift onder voet KA 17713.2: No 954 2/ OZ 68-2 Pound sterling teken ea=ww=x: No 954 2 OZ 68-2, Pound sterling teken ea=ww=x
: prijs in geheimschrift
opschrift onder voet: No 954 2/ OZ 68-2 Pound sterling teken e&=ww=x: No 954 2 OZ 68-2, Pound sterling teken e&=ww=x
: prijs in geheimschrift
herkeuringsteken onderzijde voet: ZII: gehaltemerk met letters Z I I
: gehaltemerk ZII gebruikt sedert 1953
aankoop 1983-12-23
inv.nr. KA 17713.4 in depot
Kandelaar met vierkante, geprofileerde voet met ingezwenkte zijden en afgeschuinde hoeken, de bovenzijde concaaf. Op voet gestileerde lambrequins, de hoeken met omkrullende schelpen, palmet- en acanthusbladeren op een geponste ondergrond. Balustervormige stam met vierkante nodus, de zijden met rozetten op geponste ondergrond en afgeschuinde hoeken. Zijden baluster met lambrequins, schelpen, acanthusbladeren op een deels geponste ondergrond, de hoeken met palmetten. Vaasvormige kaarsenhouder met afgeplatte hoeken en geprofileerde randen. Op lichaam kaarsenhouder afhangende palmetten en geponste ovale medaillons. Op voet is later het helmteken van de graven van Listowel (Ierland) gegraveerd. Sporen van vergulding. Onder voet is later gegrift: No 954 2/OZ 68-2, £ ea=ww=x, de prijs in geheimschrift.
Origin
Verzameling W.J.R. Russell, Amsterdam; kunsthandel Roelof Citroen, Amsterdam, 1983.; Eén van de voormalige eigenaren, Hare, Earl of Listowel, heeft een helmteken aangebracht.
Bij de kandelaars in het Amsterdams Historisch Museum worden vier passende, verguld zilveren vetvangers bewaard, in 1999 aan het museum geschonken door mr. W.O. Russell te Amsterdam (inv.nr. KA 20240.1/4). (afb. Xa) Deze vetvangers zijn ca. 1830 gemaakt door Sebastian Crespell II, zilversmid te Londen (Jackson´s 1989, p. 233).
Dit type kandelaar is veelvuldig gedurende enkele decennia in de Nederlanden gemaakt. Kenmerkend is de architectonische opbouw, waarbij onderdelen als voet, stam en kaarsenhouder op elkaar lijken te zijn gestapeld. De vroegst bekende exemplaren zijn glad uitgevoerd, latere kandelaars zijn veelal rijkelijk gedecoreerd. De Amsterdamse zilversmid Pieter de Keen was specialist in de vervaardiging van dit model kandelaar, dat toen 'achtkantig nieuwmodes' werd genoemd (De Lorm 2001~2, p. 88).
In het Rijksmuseum te Amsterdam bevinden zich twee gladde kandelaars van De Keen uit 1718, alsmede een stel gedecoreerde kandelaars uit 1729, waarvan enkele decoratiemotieven verwantschap tonen met de vier kandelaars in het Amsterdams Historisch Museum (De Lorm 2001~, p. 88 nr. 38, p. 92 nr. 42).
Tot de laatste vertegenwoordigers van dit succesvolle, maar inmiddels ouderwets geworden model behoren de kandelaars die Jan Diederik Pont in 1759 voor het Amsterdamse Burgerweeshuis vervaardigde (cat.nr. KB 2334.1/8). ( Bert Vreeken)