voorzijde: een naakte vrouw links en naakte man rechts staan op een plateau en houden in het midden een brandende fakkel met lichtstralen boven een schaal met het Olympisch vuur dat op een voetstuk staat, waarop een hoofd staat afgebeeld. De vrouw en man houden in de andere hand een guirlande van druivenen bladeren die achter het voetstuk doorloopt. In de afsnede een weegschaal tussen lauwertakjes.
keerzijde: in een omschrift een stadion waarop een reeks vlaggen staan. Bovenop een zuil staat een gevleugelde vrouw, de Faam, met scepter en lauwerkrans. Onder het gekroonde wapen van Amsterdam tussen twee wereldronden op een vlak tussen twee boomstronken waaruit een lauwertak ontspruit. Geheel onder een jaartal. Rechts naast de boomstronk een monogram.