In de ogen van tijdgenoten waren de bloemstillevens van Gerardina van de Sande Bakhuyzen en anderen 'nieuw en een frisch begin tegenover een oude verlooopen traditie'. Zij waren de eersten die weer 'uit eigen oogen en persoonlijk de bloemen gingen bekijken'. Nieuw waren vooral de eenvoud van de composities en de aandacht voor de bloemen zelf. Gerardina van de Sande Bakhuyzen liep in die ontwikkeling voorop. Zij kreeg schilderles van haar vader Hendrik (1795-1860). Later nam ze regelmatig deel aan tentoonstellingen van levende meesters in Amsterdam en Den Haag. Haar werk was in haar tijd zeer populair, haar schilderijen werden goed verkocht en er werden hoge prijzen voor betaald. In 1895 exposeerde zij dit monumentale schilderij met een vaas met zonnebloemen in het toen juist geopende Stedelijk Museum. Daar kocht Van Eeghen het voor 800 gulden. ( Bert Vreeken)