Heette tot dusver, ook bij Hofstede de Groot, een werk van Aelbert Cuyp op grond van het monogram A.C. Hoort m.i. echter zonder enige twijfel tot het oeuvre van Calraet, dat vroeger vaak met dat van Cuyp verward werd. Dezelfde perziken, druiven,bladeren, en vlinder, in dezelfde trant geschilderd, vindt men op een door Calraet voluit gemerkt stilleven in het Mauritshuis in Den Haag (cat. 1935, nr. 754).
Dezelfde objecten treft men nog eens aan, ongeveer net zo opgesteld en ingedeeld als op ons stuk, op een "A. van Calraet beeltsnijder" gemerkt schilderij dat in 1936 in Londen werd geveild (vlg. Londen (Christie), 15 mei 1936, nr. 81; foto op RKD). Zeer nauw verwant met ons paneel is ook een ongesigneerd, aan Calraet toegeschreven stilleven in de verzameling F. Lugt in Parijs. Wel zijn al deze werken van Calraet duidelijk in betere conditie dan ons stuk waarvan het oppervlak zwaar geleden heeft. Reeds in 1906 werd het "zwaar beschadigd" genoemd (Gids 1906). ( Albert Blankert)