De landing der Engelsen op Walcheren deed bij Napoleon het plan rijpen om het koninkrijk Holland met het Franse rijk te verenigen. Op 28 november 1809 reisde Lodewijk met zijn minister Röell naar Parijs om de onafhankelijkheid van het land te behouden. Op 2 december beschuldigde Napoleon zijn broer en de natie van verstandhouding met Engeland, ontduiking van het continentaal systeem en vijandigheid tegen Frankrijk. Hij dreigde Holland te zullen verslinden en eindigde met de woorden: Vroeg of laat wil ik inlijving. Ik zal u niet met rust kunnen laten en heb een uitgestrekte kust nodig om Engeland te bestrijden. Vruchteloos poogde Lodewijk de tegenslag af te wenden door het aanbieden van Walcheren en een geldsom. Toen wilde hij naar Holland terug om de natie te raadplegen. Om de standaard der rebellie tegen mij te verheffen! riep de keizer uit. Ik heb gezorgd dat gij niet kunt vertrekken. Inderdaad werd de koning door gendarmes d' élite bewaakt. De weigering van Breda en Bergen op Zoom om een Franse bezetting op te nemen vergrootte 's keizers toorn. Hij eiste Lodewijks demissie en beweerde tegen Holland in oorlog te zijn. De reis leidde tot een verdrag dat met troonsafstand gelijk stond. Deze vond kort daarna plaats en ons land werd bij Frankrijk ingelijfd. ( Dedalo G. Carasso)