Als zoon van de beroemde zeeschilder Johannes Christianus Schotel werd Piet Schotel veelvuldig afgemeten aan zijn vader. Bovendien leidde het feit, dat werken van vader en zoon tegelijkertijd circuleerden, tot dubieuze praktijken. In enkele gevallen werden op door hem gesigneerde schilderijen de initialen veranderd in die van zijn vader.
Blijkbaar heeft ook Fodor een zeegezicht gekocht als zijnde een 'J.C.Schotel', maar in een brief aan Arie Lamme maakt Piet Schotel duidelijk dat Fodor voor de gek is gehouden en dat het in werkelijkheid gaat om een 'P.J.Schotel'.
" Toen ik in 1842 de Collectie Fodor bezag en ZE. mij die schilderij als eene van mijn vader voor¬stelde, dat hij voor 1850,- uit de Collectie van den H. Ledeboer te Rotterdam gekocht had, zeide ik ZE. ronduit dat dit stuk door mij vervaardigd was en op ZE. antwoord dat ik zulks wel zeggen kon maar het bewijzen moest, zei ik ZE. aan hem de schets der schilderij te willen zenden, daar ik van elk der door mij vervaardigde stukken eene schets bewaar, wees ZE. tevens aan dat hij bij vergelijking der handteekening Schotel met die mijns vaders het onderscheid bemerken zou en dat ik bij de veranderde voornamen P.J. in J.C. de halen der oude letters nog zag doorschemeren. ZE. scheen over een en ander verstoord had echter de beleefdheid te bemerken dat hoewel hij dit duur betaald had de schilderij hem de prijs waard was en verlangde verder geen inlichtingen." ( Gusta Reichwein)