Exhibition text
De Admiraliteit is afgebeeld in gezelschap van de zeegod Neptunus en de beschermer van de handel, Mercurius.
Catalogue AHM 1975/'79
Op 31 maart 1661 werden de ontwerpen goedgekeurd voor de nieuwbouw van de Raadkamer van de Amsterdamse Admiraliteit. Op 18 april 1662 vond de inwijding plaats van het nieuwe gebouw (nu stadhuis) aan de Oudezijdsvoorburgwal. Op 5 juni 1663 ontving Bol voor de twee schoorsteenstukken die hij voor de Raadkamer maakte (Scheepvaartmuseum, Amsterdam; BLANKERT afb. 31, 34): "alsmede (voor) noch twee andere door hem geschildert ten behoeve van de Transport jachten deses Collegiï, daer van het eene noch tot synen huyse jegenwoordig is staende" in totaal f 2000.-- (Kossmann). Of het tweede schilderij ooit werd afgeleverd, is niet duidelijk. Slechts cat.nr. 58 is bewaard en Vondel maakte slechts één gedicht op een schilderij "Op het reisjaght der Weledele heeren Raeden ter Admiraliteit:
De groote Zeevooghdin gebiet den Waterheiligh/ En Admiraal der zee, in haeren dienst getreên/ Dat hy de Zeevaert voor 's lants Vrede en welvaert veiligh/ En zegene den bou en koopvaerdy der steên/ Dees zeehelt, om dien last groothartigh uit te voeren/ Neemt Sterckheit, wysheit en voorzichtigheit te baet./ Nu durf geen zeegedroght op zee de vinnen roeren./ Dus groeit de handel aan, ten wasdom van den staet" (Vondel; Houbraken nam in zijn biografie van Bol Vondels gedicht over; zie ook Hofstede de Groot).
Jan Vos publiceerde in 1662 het volgende gedicht op het "Zinnebeeldt in 't jacht van haare Eed. Mog. de Zeeraaden t'Amsterdam, door F. Bol geschildert
Neptunus gaat in zee tot schrik van 't roofgedrocht./ Het recht der vrijheidt lijdt geen afgepaalde vloeden./ Hij wordt van Herkules en Pallas Scheep gebrocht./ De Staat is best door Kracht en Wijsheidt te behoeden./ Zoo brult de Leeuw van moedt, en bruist deur alle zeen./ De koopmansschap gedoogt geen roovers op de taaren./ De Tritons blaazen; wijk: de zee is elk gemeen./ 't Welvaaren van het Landt bestaat in veilig vaaren."
Ook Wagenaar zag in of voor 1765 slechts één schilderij. Het hing toen in het Admiraliteitsgebouw zelf . . "een fraai schilderstuk van Bol, welke voorheen in de kajuit van een Admiraliteits jagt gestaan heeft en 's Lands hooge Regeering, in de gedaante eener aanzienlijke vrouwe, verbeeldt, den staf van bevel aan eenen zeeoverste toereikende". Vondels gedicht was toen onder het schilderij te lezen, zo meldt Wagenaar verder.
Het gedicht vergemakkelijkt de interpretatie van het schilderij. De "Waterheilige" en "admiraal der zee", Neptunus, komt met zijn gevolg om bevelen in ontvangst te nemen van "De groote zeevoogdin": m.i. eerder de Amsterdamse Admiraliteit dan, zoals Wagenaar meende, "s Lands hooge Regeering". Op haar schild is "de Hollandse tuin" afgebeeld, met daarboven twee gekruiste ankers. Neptunus verzekert de groei van de handel, gepersonifiëerd door Mercurius, de god van de handel. De figuur geheel links moet, vanwege de hoed op een staf die zij vasthoudt, de vrijheid voorstellen. De vrouw met de helm naast haar heb ik niet kunnen thuis brengen. De trompetterende gevleugelde figuur in de lucht zal de "Faam" voorstellen.
In de tekening van details liet Bol zich beïnvloeden door de beeldhouwer Artus Quellinus, in kleur en techniek door Jacob Jordaens (zie mijn bovenvermeld boek over Bol).
Blijkens de bovengenoemde datum, 31 maart 1661, en het feit dat Vos' gedicht in 1662 gepubliceerd werd, moet het stuk in de tijd ertussen in geschilderd zijn. Het jaartal 1654 dat Scheltema (1879) suggereerde en Hofstede de Groot (1923) als vaststaand opgaf, is dus onjuist. ( Albert Blankert)
Exhibition text
De Amsterdamse Admiraliteit zorgde samen met de 4 andere Admiraliteiten voor de uitrusting van de Nederlandse oorlogsvloot. De bestuurders gaven aan Bol de opdracht dit schilderij te maken voor hun admiraliteitsjacht. Bol, een leerling van Rembrandt, kreeg veel opdrachten van overheidsinstellingen. Op het schilderij is de Admiraliteit voorgesteld als een vrouw. De zeegod Neptunes biedt haar zijn diensten aan. Rechts van haar staat de handelsgod Mercurius met zijn staf. De hoed op de stok, links, symboliseert de vrijheid. De vrouwenfiguur daarnaast draagt een hoorn des overvloeds, terwijl de hond de trouw uitbeeldt. In de lucht zweeft de godin Fama, die de roem van de Admiraliteit rondbazuint.