Catalogue AHM 1975/'79
Op de achterzijde van het spieraam een etiket: "J. Kamphuijsen fecit 1795, gezicht op de hofstede Hartelust, Sloterweg".
Met "Sloterweg" is waarschijnlijk bedoeld Schoterweg: de Hofstede Hartelust lag direct ten Zuidoosten van Bloemendaal, in de richting van Schoten (zie kaart voorin M. Brouërius van Nidek, Het zegenpralent Kennemerlant vertoont in veele heerelijke gezichten .. naer 't leven getekent en in 't Koper gebragt door Hendrik de Leth, Amsterdam, 1728).
De hiervolgende bijzonderheden zijn, indien niet anders vermeld, ontleend aan: A.M.G. Nierhoff, Bloemendaal, lanen en wegen, hun naam en geschiedenis, blz. 76 e.v. (vriendelijke verwijzing van de gemeentesecretaris van Bloemendaal). 'Hartenlust' bestond zeker al in 1696. De hofstede werd uitvoerig beschreven bij de verkoop in 1767 als bestaande uit: "heerenhuizing, stalling, koetshuis, tuinmanswoning, schuren, boerewoning, stalling voor koeien, paarden, hooiberg, hondenhokken, een groot orangiehuis, perzikenkas, bogaard, moestuinen en bosch, mitsgaders verdere bepoting en beplanting, in het geheel beplant circa 9 morgen grond." Verder nog een terras met bomen, een stuk wildernis, een vinkenbaan, weiland met een watermolen, het totaal ca. 25 morgen groot.
De weilanden en boerderijen, die op cat.nrs. 203 en 204 zichtbaar zijn, worden eveneens vermeld in A.J. van der Aa, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden V, Gorinchem 1844, blz. 199. De "heerenhuizing" is zichtbaar achter de bomen 1. op cat.nr. 204. Het torentje op het dak is nog niet aanwezig op de prent waarop H. de Leth het gebouw in 1928 weergaf (Brouërius van Nidek, op. cit., afb. 81).
Eigenaar en bewoner van Hartenlust waren achtereenvolgens (de erfgenamen van) Simon Gilles tot 1722, Mr. Jan Jeronimus Boreel tot 1743 (vgl. ELIAS I, blz. 538), François Constantijn Druyvesteyn tot 1767 en Mr. Hendrick Backer (afgebeeld op cat.nr. 408) tot 1780.
In dat laatste jaar werd zijn dochter Maria Backer, die gehuwd was met Mr. Jan Jansz van Loon te Amsterdam eigenares. Waarschijnlijk zijn zij dus het echtpaar dat op de voorgrond van cat.nr. 203 uit 1795 is afgebeeld. Het jeugdige drietal in de roeiboot op cat.nr. 204 zal dan hun kinderen uitbeelden.
Ingevolge Maria’s testament van 1787 liet Van Loon de hofstede in 1802 in veiling brengen. De daarop volgende eigenaren vindt men, met nadere bijzonderheden, eveneens in de publicatie van mej. Nierhoff vermeld. Cornelis van der Vliet (overleden 1842) liet de tuin opnieuw aanleggen door J.D. Zocher. In 1848 werd het huis gesloopt en vervangen door een nieuw naar ontwerp van M.G. Tétar van Elven. Volgens mej. Nierhoff gebeurde dit in opdracht van de Amsterdamse commissionair Johannes Borski, die toen net de nieuwe eigenaar geworden was. Volgens andere bron gaf zijn voorganger Van Vliet deze de opdracht (P. Hoekstra, Bloemendaal, Proeve eener Streekgeschiedenis, Wormerveer 1947, blz. 211). Na het overlijden van Borski's weduwe in 1899 werd het herenhuis korte tijd een hotel en werden de gronden verkaveld. Thans is het terrein van de voormalige hofstede geheel bebouwd en wordt doorkruist door Vijverweg, Bloemendaalse weg, Kerkplein, Noorder en Zuider Stationsweg, Hartenlustlaan, Potgieterweg etc. ( Albert Blankert)
Exhibition text
Deze hofstede lag ten zuid-oosten van Bloemendaal. Behalve het herenhuis waren er in 1767 onder meer een perzikenkas, een moestuin, een boomgaard en een bos op de terreinen. Daarbij kwamen nog stallen, weilanden en boerderijen. Na de verkoop van het landgoed in 1767 werd Mr. Hendrick Backer eigenaar. In Amsterdam woonde hij vanaf 1777 aan de Keizersgracht.