Jacob de Vos, Amsterdam, 1850-1863; legaat Arti et Amicitiae, Amsterdam, 1883-1895; mevrouw A.H. de Vos-Wurfbain, 1895; H. Koekoek Jr., Amsterdam , 1895; P. Langerhuizen Lzn/D. Franken Dzn, Londen, 1895; schenking Amsterdam Museum, Amsterdam, 1897-01-20.
Kort na het afdanken der waardgelders werd Oldenbarnevelt [met zijn medestanders Hugo] de Groot, Hogerbeets en Ledenberg op bevel der Staten-Generaal, gevangen genomen. Pas in het jaar daarna stelde men vijfentwintig rechters over hen aan, van wie twaalf uit Holland en twee uit elk der andere provincies afkomstig waren. (...)
Oldenbarnevelt werd ter dood veroordeeld en op 13 mei 1619 in Den Haag onthoofd. Noch hij noch zijn gezin had om gratie willen vragen, hoezeer prins Maurits ook genegen zou zijn geweest die [bij de Staten-Generaal te bepleiten.] Oldenbarnevelt werd ervan beschuldigd doorgedreven te hebben dat elk gewest de macht kreeg om zelf over kerkelijke geschillen te beslissen. Hij zou verder de strenge plakkaten tegen de contraremonstranten niet verhinderd hebben en verantwoordelijk zijn voor de Scherpe Resolutie van 1617. De rechters beschuldigden hem er ook van dat hij het aannemen der waardgelders doorgedreven en de maatregelen van de stadhouders gedwarsboomd had. Oldenbarnevelt zou het algemeen welzijn tegengewerkt en ten slotte van vreemde mogendheden geschenken aangenomen hebben, zonder daarvan behoorlijk kennis te hebben gegeven.
(Waardgelders zijn huursoldaten of huurlingen in de republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Het woord komt van het Duitse Wartegeld (wachtgeld).) ( Dedalo G. Carasso)