Na tachtig jaar strijd gaf de weergekeerde rust gelegenheid tot hernieuwing van de oude twist over de overwegende invloed van Holland en Amsterdam op de Verenigde Provinciën. Ditmaal betrof het de vraag of de Staten van Holland het recht hadden om zoveel troepen af te danken als met hun opvatting en hun aandeel in de betaling overeenkwam. Stadhouder Willem II liet zich door de Staten-Generaal tot een plechtige zending naar de Hollandse steden afvaardigen. Amsterdam weigerde de stadhouder echter in die hoedanigheid te ontvangen. Andere steden verzochten van 's prinsen bezoek verschoond te blijven of toonden zich weerbarstig. De prins trachtte door een staatsgreep de tegenstand te breken. Hij liet zes Hollandse Statenleden gevankelijk naar Loevestein voeren en stuurde troepen om Amsterdam bij verrassing te bezetten. Dit laatste mislukte door het verdwalen der ruiterij op de Hilversumse heide. Toen de prinselijke bevelhebber, Willem Frederik van Nassau, tegen de middag van 30 juli 1650 langs de Amstel de stad naderde, vond hij Amsterdam door het energieke optreden van burgemeester Cornelis Bicker in staat van verdediging. De Amsterdamse afgevaardigden Huydecoper en Van der Does kwamen in een gewapend jacht naar de hofstede Welna aan de Amstel, en knoopten onderhandelingen met Willem Frederik aan. De stad was voor haar handelsbelangen bevreesd en gaf toe. Zij beloofde de prins met alle eer in de vroedschap te ontvangen en haar invloed aan te wenden opdat het afdanken der troepen niet door zou gaan. Burgemeester Bicker trad af en de zes Loevesteinse gevangenen werden vrijgelaten. ( Dedalo G. Carasso)