Jacob van Strij (1756-1815) werkte in Dordrecht als kunst- en sieraadschilder en tekenaar. Strij staat vooral bekend om zijn landschapsschilderijen en –tekeningen, die veelal geïnspireerd zijn door de werken van de zeventiende-eeuwse schilder en mede Dordtenaar Albert Cuyp (1620-1691).
Het huis Merwede was al sinds 1418 verlaten en is in periode daarna tot een ruïne vervallen. De eerste weergave van het bouwwerk is op het St. Elisabethsvloed altaar (1470-1490) in het Rijksmuseum (inv. nr. SK-A-3145/46 en SK-A-3147A/B). In de eeuwen hierna wordt dit herkenningspunt bij Dordrecht veelvuldig afgebeeld, zo ook door Jacob van Strij. Hij voegt echter het element van winterkou toe aan deze scene, waardoor deze tekening een oer-Hollandse uitstraling krijgt. De figuur op de voorgrond draagt schaatsen en rechts achter loopt een meisje met een ondersteuning van een meubelstuk op het ijs. Goederen- en personenvervoer vindt ook plaats op het ijs, zo is te zien dat men in een grote slee zit. Deze staat op ijzers en wordt voortgetrokken door een paard.
( Mike Hermsen)