CHRISTINA ELISABETH VAN OLLEFEN-DA SILVA
actrice
Amsterdam, 12 mei 1809 – Amsterdam 6 november 1881
In haar jeugd kreeg Van Ollefen-Da Silva les van de grote actrice Ziezenis-Wattier, die haar hielp bij het Genootschap voor Uiterlijke Welsprekendheid geplaatst te worden, waar zij Jelgerhuis’
theorielessen volgde. De classicistische scholing die Van Ollefen-Da Silva had genoten paste niet bij het toneeltijdperk dat begon toen zij de planken van de Amsterdamse Stadsschouwburg betrad. Vanaf 1840 ging het bergafwaarts met het niveau van het repertoire. Heet publiek had enkel behoefte aan vertier en was wars van het hogere genre. Er was nog een redelijk aantal rollen in treurspelen te vervullen, ware het niet dat de concurrentie groot was. Van Ollefen-Da Silva moest het opnemen tegen Mimi Engelman-Bia, de echtgenote van de directeur, en de geliefde van actrice koosje Naret Koning-Majofski. De strijd die zich tussen deze drie beste actrices van het Leidseplein afspeelde was hevig, zo luidt althans de overlevering. “Christina van Ollefen-Da Silva was zeker niet helemaal meer dat prille, inschikkelijke en charmante meisje dat aan de pedagogische zorgen van mevrouw Wattier werd toevertrouwd, al was ze nog wel de lievelingstragediènne van Thijms Spectator. Ze mocht wellicht over een fraaie dictie beschikken en een treffend gebaar, maar haar gebaar was minder toejuichenswaardig toen ze ijverzuchtig met verfkwast en schaar de kostuums van haar mededingsters mishandelde.” Na een paar glorierijke jaren liepen de onderlinge problemen zo hoog op dat Van Ollefen-Da Silva werd ontslagen.Zij kreeg sindsdien nog maar heel zelden werk aangeboden. In latere tijden heeft zij in Den Haag en Rotterdam gespeeld, maar haar ingetogen en zuivere spel was geheel verloren gegaan. De actrice ‘(schuift) de schuld van al haar latere rampspoeden in haar brieven steeds op haar vijandin, of liever op haar vijanden, want ze had er in massa. Die schijnen haar dan ook niet met rust te hebben gelaten. Uit de brieven van Van Ollefen blijkt dat er zelfs een pamflet over haar werd uitgegeven, en een medaille in gips, waarop haar toch al niet te fraaie gelaatstrekken tot een caricatuur werden vervomd.”Uiteindelijk week de actrice naar Antwerpen uit, waar zij nog enkele gastoptredens gaf. ( Liesbeth van Stekelenburg)