stadskeur onderzijde koker: Amsterdam
: stadswapen
jaarletter onderzijde koker: G
: jaarletter G = 1791
meesterteken onderzijde koker: CH: meesterteken met letters C H in rechthoek
: Cornelis van Hoek
: bron: Voet 1912, nr 692; Citroen 1975, nr 137
schenking
inv.nr. KA 3741 in depot
Ronde, taps toelopende koker met afschroefbare achtzijdige dop. Reliëfdecors op een geruwde ondergrond. Wand koker met twee cartouches, samengesteld uit C-voluten, de bovenste met een voorstelling van Caritas, personificatie van de Naastenliefde, de onderste met een minnend paar in een landschap. Wand dop met een bloemenguirlande. Bovenzijde dop glad.
Herkomst
Sophia Augusta Stichting, Amsterdam, herkomst en jaar van verwerving onbekend
Er bestonden in de achttiende eeuw drie verschillende typen kokers omnaalden op te bergen, respectievelijk sluitend met een knip, een schuifdop en een schroefdop. Het ronde, taps toelopende model met een afschroefbare dop was het algemeen voorkomende type koker gedurende de periode 1750-1820. Soms liet de eigenaar op de bovenzijde van de dop initialen of een wapen aanbrengen, waardoor dit onderdeel tevens als zegelstempel kon worden gebruikt.
Zilveren naaldenkokers hebben veelal gegraveerde of gestampte voorstellingen, al dan niet geciseleerd of op een andere wijze nabewerkt. Met name de stampwerktechniek maakte een seriematige productie van kokers en doppen mogelijk. Opmerkelijk is dat er veel vrijwel identieke decors voorkomen, die tevens werden toegepast bij de versiering van loddereindoosjes.
Zie voor naaldenkokers van Cornelis van Hoek in een particuliere Nederlandse verzameling: Wttewaall 1994~2, p. 130 afb. 364 midden, afb. 365 links en midden, afb. 367 rechts, p. 131 afb. 368 links.
Zie over naaldenkokers: Wttewaall 1994~2, p. 127-133. ( Bert Vreeken)