Lepel met geschulpte ovale bak, door een taps toelopende manchet verbonden met geprofileerde balustervormige steel van ebbenhout. Bak opengewerkt met een dekselvaas omgeven door C-voluten en bloemranken.
Herkomst
Museum Het Broekerhuis, Amsterdam; verzameling mevrouw S.A. Lopez Suasso-de Bruijn, Amsterdam, 1887; legaat van mevrouw S.A. Lopez Suasso-de Bruijn, Amsterdam, 1890
Trefwoorden
10361
Catalogus zilver AHM 2003
Deze lepel werd gebruikt om suiker te strooien maar wellicht ook om confituren op te scheppen. Een boedelinventaris van het echtpaar Torck-Van Hoorn, opgesteld in de jaren 1758-1764 op het kasteel Rosendael bij Velp, omvat de volgende beschrijving: '1 confituur schuimspaan, met een houte steel' (geciteerd in: Van Benthem 1997, p. 75). In 1887 legde mevrouw Lopez Suasso de door haar gekochte inventaris van Het Broekerhuis in een schrift vast. Ze vermeldt onder meer '3 suikerstrooiers met ebbenhouten steel' (*Lopez Suasso-de Bruijn [1887], [p. 67]). Zie ook cat.nrs. KA 3866 en KA 3867.