Keti Koti betekent letterlijk het verbreken van de ketenen. Timmerman Joseph, die hier de ketenen doorhakt, was al eerder vrij. Dit is te zien aan de schoenen die hij draagt – tot slaaf gemaakte mensen mochten geen schoeisel dragen.
Op 1 juli 1863 maakte Nederland als laatste land in Europa formeel een einde aan de slavernij. In Suriname werden 34.443 mensen vrijgemaakt en op de Caribische eilanden 11.645. Tijdens het daaropvolgende Staatstoezicht in Suriname moesten de meeste ‘vrijgemaakte’ mensen nog tien jaar blijven werken op een plantage, tegen een schamel loon. Ambachtslieden, zoals timmerlieden of wasvrouwen, mochten wel naar Paramaribo. Ondertussen werd ook gezocht naar vervangende arbeidskrachten voor de plantages. In 1873 bracht het schip Lalla Rookh de eerste Hindoestaanse immigranten uit Brits-Indië naar Suriname.
( Annemarie de Wildt)