signatuur/datering rechtsonder op raamkozijn: I. Tielius. Aº 1683
opschrift op lijst en paneel: nr. 27: Suasso nr. in wit
legaat 1890-03-04
inv.nr. SA 488 in depot
In boogvormig stenen kozijn, een jongetje, slechts gekleed in een hemd, dat met zijn linkerhand een wijzend gebaar maakt. Binnenstaand een kleinere jongen die met beide handen op een doodskop leunt. Voor het kozijn een gestreepte kat.
Herkomst
Veiling douairière Suasso, Den Haag, 24 april 1800, aan A. Pinto; Legaat douairière Jhr. Augustus P. Lopez Suasso, geboren Sophia A. de Bruijn, Amsterdam, 1890.
Ongetwijfeld identiek met het in de veilingcatalogus van 1800 als volgt beschreven schilderij: "Een Kind zittende in een Nis, belle blazende, en agter 't zelve een kind met een Doodshoofd, voor de Nis een Kat, door Tielius, op Paneel, hoog 13½, breed 11½ duim".
Tilius heeft schilderijen van soortgelijk onderwerp ook als bijeenhorend paar gemaakt: "No. 33 .. een nakend Kindje dat blaasjes maakt, door J. Tilius seer uytvoerig en net geschildert. No. 34. Een dito Kindje met een hond die het selve likt, door den denselven tot een weerga" (= tegenhanger) (vlg. G. de la Faille en Adriana van der Kaa, Den Haag, 5 oktober 1746). Jongetjes die bellen blazen van Tilius' hand worden verder vermeld op: vlg. Amsterdam, 11 juli 1798, nr. 99; vlg. Amsterdam, 26 September 1807, nr. 6; vlg. Jacob de Vos, Amsterdam, 22 mei 1883, nr. 149.
Zeer sterk op ons schilderij lijkt een door Tilius gemerkt bellenblazertje in het museum te Bazel (inv.nr. 1206). Daarop ontbreken de kruik links boven en de kat, terwijl het kind links bloemen in de hand heeft in plaats van het doodshoofd, dat rechts van het bellenblazende jongetje terecht is gekomen. De kruik komt wel weer voor op een 1681 gedateerde Tilius die qua entourage precies op de onze en die te Bazel lijkt, maar waarop zich, achter de nis, heel andere figuren bevinden: een musicerend drietal (part. verz. Engeland, 1957; foto op RKD).
Ons schilderij en dat te Bazel moeten als vanitas voorstellingen worden opgevat. De combinatie bellenblazend kind en doodshoofd betekenen de hele 17de eeuw door: “Homo bulla”, de mens is als een zeepbel (zie: E. de Jongh, Zinne en Minnebeelden .. 1967, blz. 81-86). Het motief van een bellenblazend jongetje in een stenen nis met bovenaan wijnranken zal teruggaan op Frans van Mieris' 1663 gedateerd schilderij in het Mauritshuis in Den Haag. Op dat stuk hangt in de rechter bovenhoek een vogelkooi (De Jongh, afb. 69). De aarden kruik in de bovenhoek op ons stuk moet ongetwijfeld ook als vogelverblijf worden opgevat (vgl. zo'n kruik met een vogelnest erin, in de handen van een jongetje op een schilderij van K. Slabbaert, Brunswijk, Gemäldegalerie, cat. 1900, nr. 280). Ons schilderijtje en dat te Bazel vallen uit de toon in Tilius' oeuvre, dat anders vrijwel steeds wordt gekenmerkt door overdreven "komische" gelaatsexpressies. ( Albert Blankert)