De Zwitserse landschapschilder Alexandre Calame was zeer begeesterd door Jacob van Ruisdael. Een drietal reizen naar Nederland stelde hem in de gelegenheid werken van zijn favoriete schilder in de musea en in particuliere collecties te bestuderen. Zo zag hij bij de verzamelaar Adriaan van der Hoop een Ruisdael zoals hij die zich had voorgesteld: de compositie, de uitwerking van het gebladerte, het stromende water, brachten hem in vervoering. Kort daarna zag hij in het Rijksmuseum een berglandschap met waterval dat niet geheel aan zijn hooggespannen verwachtingen voldeed. Hij vond het schilderij te monotoon. In een brief aan zijn vrouw schreef hij: "Dat wil niet zeggen dat ik denk dat ik het beter kan, nee! zeer zeker niet! maar het lijkt mij dat men verder kan gaan, dat dit niet het laatste woord is over het landschap ...".
De Bergstroom in de Alpen vertoont een opvallende verwantschap met de watervallen van Ruisdael. Het Zwitserse landschap is weliswaar ruiger dan de door groen omzoomde rivieren van Ruisdael, maar de wijze waarop beide schilders het gebladerte detailleren komt overeen. Wat betreft de weergave van het licht, de weerkaatsing op de keien en in de oplichtende schuimkoppen lijkt Calame zijn beroemde voorganger voorbij te streven. ( Gusta Reichwein)