Heer tot het middel afgebeeld, met breed geplooide kraag, half naar recht gewend. 2 kleine metalen knopen sluiten zwarte kleding van boven. De geportretteerde draagt een snor en een puntbaard.
Herkomst
? Oudemannen- en Vrouwengasthuis; of Aalmoezeniers Weeshuis of het Huiszittende Armenhuis; Stadhuis, Kamer van het Arm- en Schoolwezen; Stadhuis, Kamer van de Hoofdcommies van de Ontvanger; bruikleen aan Rijksmuseum, 1892-1926
Door Scheltema vermeld als werk van een anonymus en als voorstellend: "misschien een regent van net Oude Mannen en Vrouwengasthuis". In zijn tijd maakte het stuk deel uit van een serie en was het genummerd met een 4 (zie onder cat.nr. 213). In cat. Rijksmuseum aan De Keyser toegeschreven, doch (m.i. terecht) niet opgenamen door Oldenbourg in zijn monografie over de meester. ( Albert Blankert)