opschrift midden boven: E DMI VREEDE EENDRATIGHEIDT .BEHAECHT .GODS MAIESTEID 1563
: De letter E is van het rot. De letter M tussen de D en de I is het huismerk van Dirck Jacobsz.
oud stadsbezit
inv.nr. SA 7342
Figuren te halvenlijve, allen met ´t gelaat naar de toeschouwer; tot achtergrond een landschap.
Herkomst
Kloveniersdoelen; Stadhuis; bruikleen aan Rijksmuseum, 1885-1971
Levendiger dan het hierboven besproken schilderij is het portret van twaalf schutters van Rot E dat Dirck Jacobsz. zes jaar later schilderde. Hoewel nog in twee rijen afgebeeld, zijn de rijen niet door een balustrade gescheiden waardoor het mogelijk was de hoofden op verschillende hoogtes te plaatsen. Rond de hoofden is meer ruimte dan bij het schilderij van 1557. Over de gehele breedte in de achtergrond is een landschap zichtbaar. Twee schutters hebben geweren vast, de andere hebben drinkgerei, een vis of een rol papier in hun handen.
Dit schilderij is een latere tegenhanger van een ander groepsportret van Jacobsz. met het jaartal 1561, dat sinds de negentiende eeuw in de Hermitage in St. Petersburg is en dat dezelfde afmetingen heeft. De borstwering en de landschapsachtergrond in beide stukken komen overeen en sluiten op elkaar aan. Op het schilderij in St. Petersburg zijn negen schutters van hetzelfde rot E afgebeeld. Om onbekende redenen liet het andere deel van rot E schutters zich twee jaar later alsnog portretteren. Dit verklaart waarom hierop de meeste schutters zich naar rechts hebben gewend. Het zal een poging om een zekere compositionele eenheid tot stand te brengen tussen de twee schilderijen van verschillende datum.
Dirck Jacobsz. was een zoon van de schilder Jacob Cornelisz. van Oostsanen en neef van Cornelis Anthonisz. Hij was een van de eerste Hollandse schilders die zich vrijwel volledig toelegde op het schilderen van portretten. Van zijn hand is het vroegst bekende schuttersstuk, dat 1529 is gedateerd. ( Judith van Gent)
Catalogus AHM 1975/'79
Dit paneel is te beschouwen als een "vervolg" op een schuttersstuk in Leningrad met dezelfde maten (92 x 184,5; aldus een aantekening bij de foto in het RKD te Den Haag. Six gaf als maten 92 x 152 cm, zulks in navolging van de Catalogue de la Galerie des Tableaux de l'Hermitage Imperial, St. Petersbourg 1895, nr. 477). Het paneel in Leningrad telt 9 schutters en is getekend met het huismerk van Dirck Jacobsz, de letter E van het rot en het jaartal 1561 (afb. in SIX 1895 en RIEGL, afb. 17). Ons paneel is getekend met de letters D.I. en het huismerk van Dirck Jacobsz, de letter E van het rot, de woorden VREEDE.EENDRATIGHEIDT.BEHAECHT.GODS.MAIESTEID en het jaartal 1563 (facsimile in cat. Rijksmuseum 1912; handtekening en jaartal zijn gerestaureerd, zoals Sic reeds opmerkte). De borstwering en de landschapsachtergrond in beide stukken komen overeen. Het handschrift Schaep uit 1653 vermeldt hen "Op het Rond" in de Kloveniersdoelen: "33. Ibidem, in den hoek 2 stucken bijeengevoeght, get. E. 1561" (SCHELTEMA VII, 1885, blz. 139).
Vergeleken bij Jacobsz' oudere panelen vertoont ons schilderij van 1563 een vrijere penseelbehandeling, die door Six en Judson toegeschreven werd aan de invloed van Dirck Barendsz. Voorzover de foto een beoordeling toelaat, geldt hetzelfde voor de Leningradse pendant van 1561, hetgeen zeer merkwaardig is, daar Barendsz volgens Van Mander pas in 1562 uit Italië terugkeerde (Karel van Mander, Het Schilderboeck, Haarlem 1604, fol. 259 r; zie ook Six 1895).
Riegl merkte op dat de meeste schutters zich naar rechts wenden, alsof ze van links naar rechts optrekken, en beschouwde dit als een poging de eenheid van de troep tot uiting te doen komen. Er van uitgaande dat ons paneel links van zijn pendant in de lijst geplaatst was, kan dit kenmerk m.i. beter verklaard worden als een poging om een zekere compositionele eenheid tot stand te brengen tussen de twee schilderijen van verschillende datum. ( Rob Ruurs)