In het najaar van 1622 werd een groep Amsterdamse schutters naar Zwolle uitgezonden om de stad tegen een mogelijke aanval te verdedigen, aangezien de in Zwolle gelegerde soldaten waren ingezet tegen de Spaanse troepen in Overijssel en Friesland. Trots op hun bijdrage aan deze tocht lieten negen van hen zich op dit groepsportret in de open lucht vereeuwigen. Uitzonderlijk is dat de betreffende compagnie is samengesteld uit verschillende burgervendels van de Amsterdamse schutterij.
De Amsterdamse historicus Gerard Pietersz Schaep schreef in 1653 dat het de schilder ´Nuland´ was, die het door ´Lasman` begonnen schilderij in 1623, na diens overlijden, had voltooid. Omdat de historieschilder Pieter Lastman pas in 1633 overleed, wordt het stuk aan diens minder bekende broer Claes Pietersz Lastman (1586-1625) toegeschreven. Op stilistische gronden lijkt Schaeps bewering dat Adriaen van Nieulandt het werk heeft voltooid, niet ongegrond.
De negen schutters op Lastmans schilderij zijn ten voeten uit geportretteerd in houdingen, ontleend aan kopergravures uit de Wapenhandelinghe van Jacob de Gheyn – een militair instructieboek uit 1607, dat onder prins Maurits was uitgegeven. Op het opgestoken vaandel is het wapen van Amsterdam zichtbaar. Rechts op de achtergrond is in een simultaanvoorstelling te zien hoe de mannen in het open veld aan het oefenen zijn.
Ondanks het ontbreken van een namenlijst, die naar alle waarschijnlijkheid op het geschilderde papier rechtsonder was aangebracht, kan een aantal van de schutters worden geïdentificeerd. Links van de vaandrig, in het zwart gekleed en met een korte piek in de hand, staat kapitein Abraham Boom. Hij was vanaf 1616 kapitein in wijk IX, het gebied ten noorden van de Nieuwmarkt. Rechts van de vaandrig, met een partizaan als sierwapen,staat luitenant Anthonie Oetgens van Waveren, die in wijk XVII woonde, ten zuiden van de Dam. In 1638 zijn ze als burgemeesters nogmaals samen geportretteerd. De identiteit van de vaandrig Jacob Jansz Fortuyn is te achterhalen uit de aanhef van een gedicht dat in 1622, ter herinnering aan de missie van de Amsterdamse schutters naar Zwolle, werd geschreven door Jan Jansz Starter.
Omdat van dit schuttersstuk drie losse deelkopieën zijn overgeleverd, is het mogelijk nog twee schutters te identificeren: de derde schutter van links is Willem Backer (1595-1652). Zijn portret ten voeten uit werd in 1626 gekopieerd door Anthonie Palamedesz. Waarschijnlijk is Palamedesz ook de maker van een afzonderlijk portret van de tweede schutter van rechts, dat blijkens het opschrift op de achterzijde Ferdinand van Schuylenburgh voorstelt. Behalve van deze twee schutters is er ook van kapitein Booms portret op Lastmans schutterstuk een deelkopie bekend, waarvan onzeker is of die eveneens door Palamedesz vervaardigd is. ( Andrea Müller-Schirmer)
Catalogus AHM 1975/'79
Kopie naar de derde figuur van links op ons schuttersportret cat.nr. 221 uit 1623. Zie aldaar over nog twee zulke kopieën van dezelfde hand.
Willem Backer (1595-1652) bekleedde een aantal functies in het stadsbestuur. Tussen 1639 en 1651 was hij vier maal burgemeester. Verder had hij zitting in besturen van hoogheemraadschappen, van de Illustere Schole, de schutterij en de Verenigde Oostindische Compagnie. In 1647 benoemde de Doge van Venetië hem tot Ridder van St. Marcus. In 1627 huwde hij met Bregitta Spiegel (1606-1668) (zie: ELIAS I, blz. 364). ( Albert Blankert)