merk verso, links onderaan: Museum Fodor
: Lugt 1036
opschrift verso, links onderaan: 300
: de prijs waarvoor Fodor de tekeningen verwierf
nummer verso: 10: ondersteboven
opschrift verso, iets rechts van het midden: 79 Fodor
watermerk: PD
: Zie cat. 1993 p. 280
legaat 1860-12-24
inv.nr. TA 10190 in depot
Herkomst
Veiling De Vos 30/10/1833, p. 11 Kunstboek C, nr. 17: 'Een brandend huis, in de Bloedstraat te Amsterdam. Uitmuntend fraai met zw. krijt en o.i. inkt voorgesteld, door J. van der Heyden' (f 300:-:-); Veiling Six 7/7/1845, p. 5, Omslag B, nr. 56: 'J. van der Heiden. Een verbrand Huis, in de Bloedstraat te Amsterdam, gestoffeerd met beeldjes; met zw. krijt en o.i. inkt.' (f 300,- , aan Brondgeest); Collectie C.J. Fodor, legaat 1860
Jan van der Heyden (1637 – 1712) staat bekend als schilder, tekenaar, uitvinder en organisator. Als hoofd inspectie en commandant van de brandweer van Amsterdam hield hij zich onder andere bezig met innovaties op dit gebied. Het resultaat hiervan was de nieuwe brandspuit, waarmee water voor het eerst in een constante stroom naar de brand gepompt kon worden. Ter promotie van deze uitvinding bracht Jan van der Heyen in 1690 samen met zijn zoon het boek Beschrijving Der nieuwlijks uitgevonden en geoctrojeerde Slang-Brand-Spuiten En Haare wyze van Brand-Blussen, tegenwoordig binnen Amsterdam in gebruik zijnde uit. In dit met prenten geïllustreerde boek werd het gebruik van de brandspuit uitgelegd en behandeld welke branden in Amsterdam hierdoor sneller en met minder schade gedoofd hadden kunnen worden. Ook werden meerdere branden behandeld waarbij de brandspuit al erg effectief was gebleken. Deze krijttekening is een voorstudie voor prent 18 in het brandspuitenboek. De tekening toont het hoekhuis van de Bloedstraat en de Bloeddwarsstraat in Amsterdam nadat hier op 20 juli 1684 brand was uitgebroken en geblust. Ten tijde van de brand woonden vier gezinnen in het huis en had een kleermaker zijn werkplaats op de begane grond. Doordat de bewoners van de bovenverdiepingen niet thuis waren woedde de brand, ontstaan op de eerste verdieping door een vergeten bak kolen onder een bedstee, voor geruime tijd onopgemerkt. De brandweer werd pas gealarmeerd nadat de kleermaker in zijn werkplaats door buren was gewaarschuwd. Dankzij de nieuwe brandspuiten was het vuur desalniettemin binnen een kwartier gedoofd. Ondanks dat het interieur van het huis verkoold was, bleven hierdoor hethuis zelf en de buurhuizen gespaard.
De tekeningen die van Jan van der Heyden zijn overgebleven hebben vrijwel allemaal gediend als voorbereiding op zijn prenten. Dit zijn meestal in situ schetsen in krijt, waarop hij zo gedetailleerd mogelijk de staat van de locatie na een brand probeerde te documenteren. Naar aanleiding van deze schetsen maakte hij in zijn atelier een andere versie als eindontwerp voor een prent, ditmaal met meer details, figuren en wassingen. Soms tekende hij er zelfs weer laaiende vlammen bij.
Aangezien er van het pand in de Bloedstraat geen schetsmatige voortekening bekend is, noch een werktekening ernáár, is de meest algemene conclusie dat deze tekening in situ getekend moet zijn en dat slechts de wassingen en de figuren later zijn toegevoegd. Anderen stellen echter dat deze tekening niet in situ vervaardigd is, maar naar aanleiding van inmiddels verloren schetsen. Het is volgens hen geen schets, aangezien het met veel meer zekerheid is getekend dan andere schetsen van Jan van der Heyden. Ondanks dat de stijl inderdaad wat vrijer lijkt dan de eindontwerpen voor andere prenten, is het perspectief toch zeer nauwkeurig neergezet, hoogstwaarschijnlijk met een liniaal in een atelier. Deze vrijere stijl en het weglaten van details door Jan van der Heyden is wellicht te verklaren is door het feit dat hij meer ervaring kreeg in het etsen en de details voor zijn latere prenten dus vaak direct op de ets zal hebben aangebracht.
( Eline Alberts)