signatuur/datering links onderaan: B.Picart f.1724.
nummer verso, links onderaan: N 3889
: Lugt 2987
opschrift verso, links onderaan: FF N 69/f Lo (?): met enkele doorgestreepte cijfers
merk verso, links onderaan: Museum Fodor
: Lugt 1036
opschrift verso, bij de linkerrand in het midden: hoog 5 3/4/breet 8 dm: niet door Ploos van Amstel
nummer verso, rechts onderaan: 137
legaat 1860-12-24
inv.nr. TA 10248 in depot
Herkomst
Collectie J. Goll van Franckenstein, (?) Veiling Amsterdam, 1 juli 1833 e.v.d., Kunstboek RR, in nr. 19: 'Door B. Picard. Elf stuks met voorstellingen van Joodsche Godsdienstpligten. Als voren [met de pen, o.i. inkt en wit].' (f 28,- aan Brondgeest); Veiling J.G. Baron Verstolk van Soelen, Amsterdam, 22 maart 1847 e.v.d., nr. 403: 'La synagogue … Amsterdam, pendant la fête du jour de la propitiation. Dessin … la plume et … l'encre de la chine, par le même [B. Picard].' (f 321,- aan Brondgeest, de nrs. 401-414 en 417); Collectie C.J. Fodor, legaat 1860
Op initiatief van de Amsterdamse uitgever J.F. Bernard verscheen in 1723-1734 de zesdelige Franse uitgave Ceremonies et Coutumes Religieuses de tous les Peuples Du Monde (...), die ook in het Nederlands werd vertaald. Bernard Picart kreeg de opdracht om het werk van illustraties te voorzien. Door Picarts overlijden in 1733 werden de werkzaamheden voor het laatste deel overgenomen door onder meer zijn voormalige leerlingen Louis Fabricius Dubourg en Philippe van der Schley (1724-1817). Godsdiensten en allerlei religieuze gebruiken komen in de reeks voor, vari‰rend van jodendom, katholicisme en protestantisme tot weinig bekende religies van verre volkeren uit Afrika en Amerika. Het verschijnen van zo'n 'encyclopedie van wereldgodsdiensten' sloot aan bij de opkomende idee‰n van de Verlichting, waartoe het ordenen, inventariseren en verspreiden van kennis hoorde.
Het AHM bezit verschillende tekeningen gemaakt voor illustraties in het eerste en het vijfde deel, waarin joodse en prostestantse godsdiensten worden behandeld. In het overzicht van Picarts oeuvre uit 1734 staat vermeld dat zijn illustraties bij de joodse, de gereformeerde en enkele katholieke gebruiken zeer precies 'd'apres nature' zijn. Hiermee werd niet bedoeld dat de getekende scŠnes als het ware fotografische weergaven waren, maar dat hij op lokatie schetsen maakte die hij in zijn atelier gebruikte voor de ontwerpen. Enige voorbereidende schetsen zijn bewaard gebleven, bijvoorbeeld in Teylers Museum. Hier bevindt zich een studie door Picart voor zijn getekend model met het dichtmaken van een graf. In het Rijksprentenkabinet zijn enkele bladen met losse figuren of groepjes die Picart in een synagoge moet hebben geschetst. Een aantal van deze figuren gebruikte hij als stoffage in zijn illustraties met het interieur van de Portugese synagoge in Den Haag (cat. nrs. 122 en 121).
Soms zijn de prenten spiegelbeeldig ten opzichte van de tekeningen, soms in dezelfde richting als het voorbeeld. De meeste gravures volgen nauwkeurig het getekende model. Bij twee prenten week Picart iets van zijn ontwerp af (zie cat. nrs. 124 en 129).
Picart heeft zijn ontwerpen langzamerhand bij elkaar vergaard; in de jaren 1721-1725 werkte hij bijvoorbeeld aan de illustraties met joodse ceremoni‰n. Omdat hij goed op de hoogte moest zijn van de gebruiken zal hij zich veelvuldig in joodse kringen hebben bewogen. Op de illustratie van het feest Vreugde der Wet (cat. nr. 129) is de oostwand van de Amsterdamse Portugese synagoge met de Ark afgebeeld. Twee voorgestelde interieurs vertonen zo'n grote gelijkenis met die van de Portugese synagoge (cat. nrs. 123 en 127) en ‚‚n met die van de Obbene Sjoel (cat. nr. 124), dat deze als zodanig zijn ge‹dentificeerd. Picart heeft ook schetsen in Den Haag gemaakt. Bij twee prenten staat vermeld dat ze in de Portugese synagoge in Den Haag zijn gesitueerd (cat. nrs. 121 en 122).
Naast openbare feesten in synagoges illustreerde Picart ook vieringen in huiselijke kring. Volgens Picarts weduwe duurde het maar liefst vier jaar voordat Picart de mogelijkheid kreeg om een Sederavond ter gelegenheid van Pesach (joodse Pasen) bij te wonen in het huis van Nathan Curiel alias Alvaro Nunes da Costa (1666-1736), agent van de koning van Portugal in Amsterdam (zie cat. nr. 126). Datgene wat hij toch niet naar de werkelijkheid kon tekenen, baseerde hij op beschrijvingen.
De overlevering dat Picart naar de werkelijkheid heeft gewerkt, heeft er toe bijgedragen dat vaak is gepoogd - meestal ten onrechte - personen te identificeren. Gans meende op twee tekeningen de opperrabbijnen van de Portugese en de Hoogduitse gemeente te herkennen (cat. nrs. 123 en 134). Van enkele figuren is wel aangenomen dat het zelfportretten zijn (cat. nrs. 126 en 128). De personen, die zijn afgebeeld tijdens de viering van het joodse Paasfeest, zijn echter wel overtuigend ge‹dentificeerd als leden van de familie Da Costa (cat. nr. 126).
Hoe het ook zij, Picarts afbeeldingen van de joodse onderwerpen zijn belangrijke bronnen, aangezien de joodse gebruiken in de 17de en 18de eeuw zeer weinig in beeld zijn gebracht.0 ( Ingrid Oud)