Zoals gebruikelijk bij reeksen met voorstellingen van de twaalf maanden is iedere maand ge‹llustreerd met een typerende scŠne. De meeste van de door Cats gekozen motieven komen overeen met de bij andere 18de-eeuwse kunstenaars gebruikelijke onderwerpen. Het tafereel met twee vogelvangers als illustratie voor de maand Oktober is uitzonderlijk; meestal werd voor de wijnmaand de druivenoogst of het wijnpersen gebruikt.
Aan de keerzijde zijn de bladen door Cats van volgnummers voorzien. Hieruit kan worden geconcludeerd dat ze tot zijn portefeuille behoorden, die diende als bron om motieven uit te putten (zie cat. nr. 18).
De tekeningen zijn van 703 tot en met 714 genummerd, met uitzondering van nummer 713. In plaats van 713 draagt de tekening met de koemarkt, als afbeelding van de maand November, het nummer 728 (cat. nr. 39k). Waarschijnlijk heeft de tekening tot een andere reeks behoord en is deze later tussengevoegd. Op grond van de volgnummers kunnen de tekeningen globaal worden gedateerd. Deze reeks is in ieder geval vervaardigd na een 1796 gedateerd landschap, thans in Rotterdam, dat het nummer 698 draagt.
Elf van de twaalf taferelen komen ook voor in de maandenserie uit het bezit van de verzamelaar Jacob Helmolt (1747-1808) (zie cat. nr. 35). Voor de maand April koos Cats in die serie een ander onderwerp. In plaats van Een boer die zijn grasland rolt tekende hij een Bezoek aan een bloemkwekerij. De schetsmatige tekeningen in het AHM contrasteren met de minutieus uitgewerkte bladen van de maandenserie uit Helmolts collectie. De hier besproken bladen lijken geen voorstudies voor de uitgewerkte reeks te zijn geweest, aangezien deze reeks 1791 is gedateerd, minimaal vijf jaar eerder dan de Amsterdamse serie. ( Ingrid Oud)