Jan Hulswit (1766-1822) was van oorsprong belastingambtenaar, maar hij legde zich vanaf 1807 uiteindelijk volledig toe op de schilder- en tekenkunst. Hulswit begon als behangselschilder, maar ging later over op landschappen. Ook tekende hij bij kunstenaarsgenootschappen als het Amsterdamse ‘Zonder Wet of Spreuk’ en was hij in 1820 bestuurslid van de Amsterdamse Akademie en lid van het Koninklijk Nederlands Instituut en de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen.
Hulswit tekende voornamelijk stadsgezichten en landschapsscenes. In de meeste tekeningen worden topografische voorstellingen weergegeven, de locaties zijn echter vaak niet exact te herleiden. Hulswit legde namelijk vaak minder bekende of generieke plekken vast. Denk hierbij aan boerderijen, dorpsgezichten of natuur zonder aanknopingspunten om de exacte topografische plaats vast te stellen.
In het oeuvre van Hulswit zijn verschillende voorbeelden bekend waarin hij basiscomposities uitwerkt in diverse tekeningen. De standpunten in deze werken komen overeen, maar de technische uitvoeringen en details in de composities verschillen. Het lijkt hierdoor dan ook aannemelijk dat Hulswit een ter plekke gemaakte schets in andere versies uitwerkte in zijn atelier (zie inv. nr. TA 10560 en TA 10567). Deze voorbereidende schets is vaak verloren gegaan. Het bijzondere is dat deze tekening tot een reeks behoort waarbij de schets wel bekend is.
De schets die direct naar de natuur is gemaakt bevindt zich in de Ecole des Beaux-Arts te Parijs (inv. nr. 1731 verso). Het Rijksprentenkabinet bezit de tekening die het dichtst bij de schets in de buurt komt, op deze tekening is de compositie aantrekkelijker gemaakt (RP-T-1942-44). De tekening in de Witt collectie van het Courtauld (inv. nr. 3536) en de tekening van het Amsterdam Museum zijn direct gebaseerd op het werk uit het Rijksprentenkabinet. De beeldelementen uit de laatstgenoemde tekening worden herhaald en de twee werken zijn afgemaakt tot zelfstandige tekeningen.
Deze tekeningenreeks is een goed voorbeeld van de kunstenaarspraktijk, zowel voor de periode van Hulswit als de eeuwen en na hem. De eerste schets is een goede, natuurgetrouwe, weergave van de werkelijkheid. De hierop volgende tekeningen zijn zelfstandige werken die door hun uitwerking in kleur en grotere formaten aantrekkelijker zijn gemaakt voor de verkoop.
( Mike Hermsen)