Dit beeld is een model voor het levensgrote, in brons gegoten beeld van Atlas, dat nog steeds op het dak staat van het huidige paleis op de Dam. In 1648, het jaar waarin met de Vrede van Munster de Tachtigjarige Oorlog ten einde kwam, werd de eerste paal geslagen voor een nieuw stadhuis. Het rijk gedecoreerde gebouw, dat 160 jaar later paleis werd, kreeg ook vaak de benaming ‘het achtste wereldwonder’.
Artus Quellinus werkte in opdracht van bouwmeester Jacob van Campen tussen 1650 en 1675 aan beelden en reliëfs voor het stadhuis. In de daarvoor speciaal ingerichte bouwloods aan de Keizersgracht, ontwierp hij onder meer dit beeld van Atlas. Quellinus ontving 60 gulden voor deze proef in terracotta. In 1663 werd de Atlas uiteindelijk in brons gegoten door de gebroeders Hemony. ( Jacqueline Grandjean)
Catalogus beelden AHM 1995
model voor het meer dan levensgrote bronzen beeld van Atlas op het midden van de achtergevel van het 17de-eeuwse stadhuis, in 1663 door de gebroeders Hemony gegoten. Het stenen gietmodel op ware grootte staat in de Burgerzaal van het stadhuis opgesteld. In 1651 ontving Quellinus 60 gulden voor 'een belt van een atlas 3 voet hooge'. Kennelijk was men niet tevreden met het resultaat want er is sprake van 'noch eenen atlas tot meerder verbetering', voor eenzelfde bedrag. Daarnaast wordt in dezelfde rekening nog 'een beldeken van een atlas anderhalve voet hooge' voor 15 gulden vermeld. Het hier besproken model is waarschijnlijk identiek met het minder geslaagde ontwerp. Bij deze Atlasfiguur behoort een losse vuist, vermoedelijk BA 2504.
In 1713 wordt in de Thesaurie '(...) een Atlas, torsende op zyn nek een Hemelsbol, zynde een konstig werkstuk (...)' vermeld. In de Notitie uit 1769 van Ploos van Amstel wordt kortweg 'de Atlas' vermeld, zonder dat duidelijk is op welke Atlas de vermelding betrekking heeft. Wellicht is het kleine Atlasbeeldje identiek met de door Ploos genoemde 'zittende Atlas'.