Tentoonstellingstekst
Gravenbeelden, laatste kwart 15de eeuw, maker onbekend
Deze beelden stonden op de Vierschaar in het oude stadhuis van Amsterdam. De ‘Vierschaar' was een galerij, aan de voorzijde van het stadhuis waar recht werd gesproken door de schout. De rechtspraak was openbaar en gebeurde in de middeleeuwen in de openlucht. Vanachter een hek konden omstanders de rechtszaak volgen.
Waarschijnlijk stellen de beelden Willem IV (1345-1417), Isabella van Portugal (1397-1471 of 1474), Filips de Goede (1396-1467) en Jacoba van Beieren (1401-1436) voor, de graven van Holland. Zij stonden hier om de macht van de graven over de rechtspraak van de stad te symboliseren. Toen ze nog in de galerij stonden, waren de beelden kleurig beschilderd.
De Gravenbeelden, ca. 1500
Deze vier Amsterdamse gravenbeelden behoren tot een middeleeuwse traditie van gebeeldhouwde heersersfiguren. De houten beelden stonden op het hek van de Vierschaar - een ruimte waar recht gesproken werd - van het 15de-eeuwse stadhuis op de Dam. De beelden gaven aan dat recht gesproken werd in naam van de landsheer, de graaf van Holland. Toen het oude stadhuis in 1652 afbrandde, werden de gravenbeelden op tijd in veiligheid gebracht. Zeker is dat het geen realistische portretten zijn. Wie de beelden precies voorstellen weten wij niet, omdat de insignes en wapenschilden die identificatie mogelijk zouden maken, verloren zijn gegaan. Bovendien is de beschildering er door de jaren heen afgesleten. BA 2536 t/m 2539
Literatuur
Hubert Vreeken, 'De gravenbeelden uit de Vierschaar van het laat-middeleeuwse stadhuis¹ in: Michiel Jonker, Hubert Vreeken (red.), In beeld gebracht : beeldhouwkunst uit de collectie van het Amsterdams Historisch Museum(Zwolle/Amsterdam 1995) p. 29-37
Catalogus beelden AHM 1995
Het beeld is afkomstig van het hek van de Vierschaar van het in 1652 verbrande laat-middeleeuwse stadhuis van Amsterdam. Met inv.nrs. BA 2537.1, BA 2538.1 en BA 2539 vormt dit inv.nr. een reeks van vier Hollandse gravenbeelden. De oorspronkelijke gepolychromeerde gravenbeelden symboliseerden de hoogste landsheerlijke macht in de stad, de rechtspraak. In 1656 werden de beelden in opdracht van het stadsbestuur door Artus Quellinus (1609-1668) voor 40 gulden gerepareerd en in de kamer van de Thesaurie Ordinaris van het 17de-eeuwse stadhuis opgesteld. Over de identiteit der voorgestelden bestaan verschillende meningen. De gravenbeelden werden in de 17de eeuw of later bronskleurig geverfd. De verflaag is omstreeks 1928 afgeloogd